De nieuwe meerwaardebelasting
1. Achtergrond
- De regering wil de belastingdruk op arbeid verlagen, maar toch genoeg inkomsten behouden.
- Daarom wordt vanaf 1 januari 2026 een algemene belasting op meerwaarden ingevoerd.
- Tot nu toe werden meerwaarden (winsten bij verkoop van beleggingen) slechts in uitzonderlijke gevallen belast (33% of 16,5%).
- De maatregel is politiek zeer omstreden, omdat hij het belastingstelsel ingewikkelder maakt in plaats van eenvoudiger.
2. Wat wordt belast?
De nieuwe belasting geldt op meerwaarden op financiële activa bij verkoop of overdracht.
Onder financiële activa vallen:
- Aandelen, obligaties, fondsen, trackers, derivaten (futures, swaps, opties, …)
- Verzekeringscontracten (tak 21, 23, 26)
- Crypto-activa
- Valuta (munten)
- Ook NFT’s (als ze als belegging worden gebruikt).
Niet belast:
- Schenkingen en erfenissen
- Inbrengen in huwelijksgemeenschap
- Groepsverzekeringen en pensioenspaarverzekeringen (omdat de overheid die juist wil aanmoedigen).
3. Drie soorten overdrachten die belast worden
- Interne meerwaarden: bv. verkoop van aandelen aan een vennootschap die je zelf (met familie) controleert.
- Aanmerkelijk belang: verkoop van een groot aandelenpakket (min. 20%).
- Basisstelsel: alle andere verkopen van financiële activa.
4. Tarieven en vrijstellingen
Basisstelsel (gewone beleggingen)
- Tarief: 10%.
- Vrijstelling: €10.000 winst per jaar (jaarlijks geïndexeerd).
- Onbenut deel van de eerste €1.000 kan je doorschuiven naar de 5 volgende jaren → maximum vrijstelling €15.000.
Aanmerkelijk belang (grote pakketten aandelen)
- Eerste €1 miljoen winst vrijgesteld.
- Daarboven: verlaagd tarief met schijven:
- 1,25% op de eerste €2,5 miljoen
- 2,5% op de volgende €2,5 miljoen
- 5% op de schijf tussen €5 miljoen en €10 miljoen
- 10% boven €10 miljoen
- Gemiddeld komt dat neer op 3,25% belasting op de eerste €10 miljoen.
- De vrijstelling van €1 miljoen kan slechts één keer per 5 jaar gebruikt worden.
Interne meerwaarden
- Worden apart belast, maar zonder voorheffing.
5. Hoe wordt de winst berekend?
- Winst = verkoopprijs – aankoopprijs.
- Je mag geen kosten aftrekken (bv. beursbelasting, rente, waarderingskosten).
- Verliezen (minderwaarden) mag je aftrekken van winsten binnen dezelfde categorie, maar enkel in hetzelfde jaar.
Speciale regels
- Voor beleggingen van vóór 2026 telt een fotomoment op 31 december 2025 als aankoopwaarde.
- Voor verkopen tussen 2026 en 2030 kan je kiezen: ofwel historische aankoopwaarde, ofwel waarde op 31/12/2025.
- Voor aandelenopties en aandelen met korting telt de waarde bij uitoefening of verwerving.
- Bij meerdere identieke activa geldt FIFO (first in, first out).
6. Heffing en aangifte
- Roerende voorheffing van 10% wordt meestal meteen ingehouden door de bank of tussenpersoon.
- Voor crypto en valuta moet je de winst zelf aangeven (geen automatische inhouding).
- Er is een opt-out: je kan ervoor kiezen dat de bank géén voorheffing inhoudt. Dit voorkomt prefinanciering en houdt Belgische banken competitief tegenover buitenlandse.
- In sommige gevallen moet je toch een aangifte doen:
- Om de vrijstelling van €10.000 te benutten.
- Om verliezen te verrekenen.
- Om een hogere historische aankoopprijs te bewijzen.
7. Wat blijft bestaan naast de nieuwe taks?
- 0,15% taks op effectenrekeningen.
- 0,45% patrimoniumtaks voor vzw’s en stichtingen.
- 33%-belasting bij “abnormaal beheer van privévermogen” (onduidelijk begrip, blijft bestaan → veel kans op discussies).
- 16,5%-belasting bij verkoop van grote aandelenpakketten aan niet-EU vennootschappen (licht aangepast: drempel 20% ipv 25%, geen optelling met familie meer).
- Reynders-taks en andere aparte taksen (politiek niet afgeschaft).
8. Historische meerwaarden en verliezen
- Winst die is opgebouwd vóór 2026 wordt niet belast.
- Verliezen van vóór 2026 kan je niet aftrekken.
- Daarom is de waarde op 31 december 2025 cruciaal.
- Waardering kan via slotkoers, contractuele afspraken of een formule (bv. eigen vermogen + 4×EBITDA). Bij niet-genoteerde bedrijven kan ook een onafhankelijke accountant een waardering maken.
9. Extra regels
- Rapporteringsplicht voor banken en tussenpersonen (vergelijkbaar met de DAC6-wetgeving).
- Advocaten en andere beroepen met beroepsgeheim zijn hiervan vrijgesteld.
- Antimisbruikbepaling blijft gelden: de fiscus kan een transactie herkwalificeren als bv. dividend (30% belasting) in plaats van meerwaarde (10%).
10. Kritiek en problemen
- De maatregel werd voorgesteld als hervorming en vereenvoudiging, maar is in werkelijkheid een extra belasting bovenop bestaande regels.
- Het systeem is erg ingewikkeld: verschillende tarieven, vrijstellingen, uitzonderingen, opt-outs, fotomomenten.
- Discussies met de fiscus over “normaal beheer van privévermogen” blijven bestaan.
- Het belastingstelsel wordt nog moeilijker uit te leggen aan burgers.
- Politieke pogingen om oude belastingen te schrappen (zoals de Reynders-taks) zijn mislukt.
11. Conclusie
Vanaf 2026 betaalt iedereen in principe 10% belasting op meerwaarden op financiële beleggingen, met vrijstellingen en aparte regimes voor grote pakketten. De regels zijn echter complex, overlappen met bestaande belastingen, en zorgen niet voor de beloofde vereenvoudiging.